Tekst achterflap

Suzanne Wardenaar verzamelde bekende sprookjes zoals Assepoester, Drie kleine biggetjes, Duimelijntje, Holle bolle Gijs en bedacht er natuuractiviteiten bij voor kinderen van 4 tot 7 jaar. De activiteiten zijn gericht op zintuiglijke beleving, het stimuleren van sociale vaardigheden en het ontwikkelen van creativiteit. Natuurbeleving en milieubewustzijn vormen de groene draden in het sprookjesbos. Ook in een stedelijke omgeving is het Sprookjesbos een middel om kinderen in contact te brengen met de natuur.
Uit ieder sprookje is een natuurvoorwerp gekozen dat aanleiding geeft tot gesprekken. Bij Sneeuwwitje zijn dit bijvoorbeeld appels en bij Pinoccio is hout het natuurvoorwerp. De taalontwikkeling wordt niet alleen gestimuleerd door het voorlezen van de sprookjes maar ook door het aangaan van gesprekken met de kinderen. Om de gesprekken op gang te brengen zijn voorbeeldvragen opgenomen en achtergrond informatie over het betreffende natuurvoorwerp.
De activiteiten zijn zowel binnen als buiten uit te voeren en zijn wisselend van lengte en van karakter. Er zijn knutselideeen, er wordt gekookt en geproefd, gespeeld, onderzocht en ontdekt. De meeste activiteiten kunnen met gratis, natuurlijk- of hergebruikt materiaal uitgevoerd worden. Ze zijn gericht op zintuigelijke beleving, het stimuleren van sociale vaardigheden en het ontwikkelen van creativiteit.
Pedagogisch medewerkers, activiteiten- en spelbegeleiders en docenten kunnen de ideeën uit het boek gebruiken in de (buitenschoolse) opvang en op school. Voor ouders is het Sprookjesbos een inspiratiebron voor het ondernemen van activiteiten.

Beschrijving

Suzanne Wardenaar verzamelde bekende sprookjes zoals Assepoester, Drie kleine biggetjes, Duimelijntje, Holle bolle Gijs en bedacht er natuuractiviteiten bij voor kinderen van 4 tot 7 jaar. De activiteiten zijn gericht op zintuiglijke beleving, het stimuleren van sociale vaardigheden en het ontwikkelen van creativiteit. Natuurbeleving en milieubewustzijn vormen de groene draden in het sprookjesbos. Ook in een stedelijke omgeving is het Sprookjesbos een middel om kinderen in contact te brengen met de natuur.
Uit ieder sprookje is een natuurvoorwerp gekozen dat aanleiding geeft tot gesprekken. Bij Sneeuwwitje zijn dit bijvoorbeeld appels en bij Pinoccio is hout het natuurvoorwerp. De taalontwikkeling wordt niet alleen gestimuleerd door het voorlezen van de sprookjes maar ook door het aangaan van gesprekken met de kinderen. Om de gesprekken op gang te brengen zijn voorbeeldvragen opgenomen en achtergrond informatie over het betreffende natuurvoorwerp.
De activiteiten zijn zowel binnen als buiten uit te voeren en zijn wisselend van lengte en van karakter. Er zijn knutselideeen, er wordt gekookt en geproefd, gespeeld, onderzocht en ontdekt. De meeste activiteiten kunnen met gratis, natuurlijk- of hergebruikt materiaal uitgevoerd worden. Ze zijn gericht op zintuigelijke beleving, het stimuleren van sociale vaardigheden en het ontwikkelen van creativiteit.
Pedagogisch medewerkers, activiteiten- en spelbegeleiders en docenten kunnen de ideeën uit het boek gebruiken in de (buitenschoolse) opvang en op school. Voor ouders is het Sprookjesbos een inspiratiebron voor het ondernemen van activiteiten.

Details